Als kind, maar soms ook later in je leven, ontwikkel je onbewust manieren om met trauma om te gaan. Dit noemen we coping-, beschermings- of overlevingsmechanismen. Het is gedrag dat in de basis altijd een positieve intentie heeft. Het heeft je letterlijk beschermd op momenten dat je systeem overbelast was omdat je in fysiek of emotioneel gevaar was. Later in je leven blijf je hetzelfde gedrag meestal onbewust ook toepassen op nieuwe situaties.
Overlevingsmechanismen kunnen allerlei gezichten hebben. Ze zijn grofweg in te delen in vier categorieën:
- Vechten (fight): niet kunnen loslaten, manipulatie, controle, overtuigen, rebelsheid, piekeren, je snel aangevallen voelen, boos zijn, jezelf groter maken, jezelf bij voorbaat afkraken
- Vluchten (flight): in het hoofd zitten, niet voelen, rationaliseren, uit contact gaan, letterlijk weggaan, oppervlakkigheid, verslavingsgedrag, vermijden, ontkennen, slachtofferrol
- Pleasen (fawning): jezelf wegcijferen, gericht zijn op de ander, afhankelijkheid, overmatig helpen, anderen willen redden, perfectionisme, je beter voordoen dan je bent, aanpassen, geen grenzen aangeven, eigen behoeften en gevoelens onderdrukken, valse hoop, verhoogde alertheid
- Bevriezen (freeze): dissociëren, niet kunnen herinneren
Je zult er vast wel een aantal bij jezelf herkennen en misschien kun je er nog wel veel meer bedenken. De eerste drie categoriën hebben gemeen dat je onbewust een situatie zo probeert te manipuleren dat je er grip op krijgt. Bevriezen is de enige optie die overblijft zodra je je realiseert dat je machteloos bent.
Waarom ontwikkelen we allemaal verschillende overlevingsmechanismen? Ten eerste speelt er een genetisch component mee. Ten tweede hebben we een lerend vermogen en trainen we onszelf om bepaalde mechanismen in te zetten als die in het verleden goed hebben gewerkt. Het goede nieuws is dat je jezelf dus ook weer iets anders kunt aanleren!
Overlevingsmechanismen zijn niet per definitie negatief. Vaak zijn je beste eigenschappen eruit voortgekomen. Het gaat om het ‘tè’! Goed werk leveren is bijvoorbeeld heel helpend, maar perfectionisme kan je aardig dwarszitten. En doorzettingsvermogen is een geweldige kwaliteit totdat je dingen niet meer kunt loslaten.
Het is de kunst om het ‘tè’ aan te pakken. Je mooie eigenschappen behouden, maar hetgeen je belemmert onder de loep te nemen. In mijn praktijk onderzoeken we wat jouw overlevingsmechanismen zijn en waar ze hun oorsprong hebben gevonden.